Een notaris is op zoek naar een nieuwe klerk. Deze dient alle passerende stukken te voorzien van de nodige stempels en omdat op sommige stukken wel 10 stempels nodig zijn is één van de sollicitatievoorwaarden dat de kandidaat van 1 tot 10 kan tellen. Op de vacature reageren uiteindelijk 3 kandidaten en zij worden uitgenodigd voor een gesprek.
De eerste kandidaat komt binnen, gaat zitten en de eerste vraag is natuurlijk: “Wilt u even tot 10 tellen?”. De kandidaat aarzelt niet en begint: “10, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2, 1, 0”. “Heel goed”, zegt de notaris, maar kunt u het ook in de goede volgorde.” “Nee”, zegt de kandidaat, “ik heb hiervoor bij de NASA gewerkt en daar telden we altijd zo.” “Helaas, u bent niet geschikt voor deze functie,” zegt de notaris, “gaat u maar en roept u de volgende direct binnen.”
Nummer 2 krijgt dezelfde vraag en begint te tellen: “1, 3, 5, 7, 9, 10, 8, 6, 4, 2.” “Heel goed”, zegt de notaris, “maar de volgorde klopt niet, kunt u het ook in de juiste volgorde? En mag ik u vragen wat u hiervoor gedaan hebt?” “Nee”, zegt de kandidaat, “ik ben hiervoor postbode geweest, en zo rangschikten we altijd de post, per huisnummer aan beide kanten van de straat.” “Helaas, dan bent u ook niet de geschikte kandidaat”, antwoordt de notaris.
Nummer 3 komt als laatste binnen en krijgt ook dezelfde vraag. Zonder aarzelen klinkt het “1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10.” “Keurig”, antwoordt de notaris, “u lijkt zeer geschikt voor deze functie, mag ik u vragen wat voor werk u hiervoor gedaan hebt?” “Ik was ambtenaar”, antwoordt de kandidaat. “Ok”, zegt de notaris, “mag ik dan als laatste nog vragen of u ook nog verder kunt tellen dan 10?” “Natuurlijk”, antwoordt de man: “boer, vrouw, heer, aas…….. “
Groeten,
J@@P