Nou... hierboven staat veel woorden heel weinig tot niets.
Portretfotografie is in veel opzichten confronterend.
Zowel voor het model m/v, als voor de fotograaf m/v zelf.
Het lukraak schieten met zoomlenze van 0 tot tig mm is inpricipe onzinnig, al heb ik van de hand van Ron erg mooi werk gezien. Eerlijk is eerlijk.
Ik heb daar een andee benaderingswijze in:
Wat u niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.Ga niet te dicht bij iemand staan, zitten enz. en maak de afstand met het model ook niet te groot. Dan ben je het contact met het model kwijt.
Kijk eens gewoon in je directe omgeving, tot hoever je kennissen, vrienden, familieleden kunt en mág benaderen.
En kijk ook eens, wanneer je - op welke afstand - het contact verliest.
Iedereen heeft een zone, waarbinnen niet iederen welkom is. Dat is ongeveer één armlengte.
Op het moment, dat een ongewenst persoon daar binnentreedt, ga jij naar achteren: Je ontwijkt de persoon.
Het is al enkele malen op het forum aan de orde gekomen. Onder "portretten" heb je de meeste kans om hierover iets terug te vinden.
Een portret-lens heeft een zodanige brandpuntsafstand, dat je vanaf die zonegrens een beeldvullen portret kunt maken: Je hebt kontakt met je model, maar treedt de privé-zone niet binnen.
De ideale brandpuntsafstand hiervoor ligt bij
APS-c op
ca. 55 mm.
De brandpuntsafstand waarbij het kontakt weer verloren gaat, ligt bij
APS-c op ongeveer
80 - 85 mmMaar er is meer...
Iedere
soort objectief heeft bepaalde eigenschappen.
Een groothoek heeft een grote openinghoek.
Heeft ook een - voor de meeste mensen - grote scherptediepte.
Maar het ook een bepaalde vertekening.
Een groothoek objectief trekt beelden U I T E L K A A R: wat vooraan in beeld komt wordt GROOT afgebeeld, wat verder naar achter in beeld komt, wordt veel
kleiner afgebeeld. Fotografeer een schip van onder de boeg op deze manier en de boeg hang over je heen. Dit effect staat dan ook bekend onder de naam:
Boegefect.
De grote voeten op het strand worden op deze manier gefotografeerd.
In de portretfotografie betekent dit, dat bolle wangen hamsterwangen worden, een spitse neus een Pinnokkio-neus wordt.
Ruzie met model is verzekerd, als je dit doet.
Omgekeerd trekt een teleobjectief alles lineair naar je toe: De afstand tussen jou en je model wordt kleiner,
maar alles aan het model wordt ook platter. Een model met kleine borsten maak je niet blij, als je met een 250 mm kanon zo fotografeert. Heeft het model een zgn. mopsneus, dan vraag je je met zulk een objectief af, waarom ze een wrat boven haar mond heeft... Ook nu: Ruzie verzekerd.
Daarom kom ik nu even terug op het begin van mijn verhaal:
Het is voor zowel het model m/v als voor de fotograaf m/v een zeer confronterende manier van bezig zijn.
Je moet je volkomen bewust zijn, waarom je een foto van dát model op díe manier en met dát objectief neemt.
En hoe jij het zou vinden, als er verkeerd gekozen werd.Een ander deel is de toegepaste scherptediepte.
De mooiste scherpte ontstaat in het algemeen bij een
diafragma-waarde tussen 5,6 en 8.
Alle wratjes, pukkeltjes, moedervlekken, sinaasappelhuiden komen dan ook perfect tot leven.
En dat is ook weer niet gewenst.
Het is ook nooit goed... Om dit soort oneffenheden wat te verdoezelen, maken we gebruik van de lensfouten en vergroten we de diafragma-opening tussen 4 en 6,3.
Maarrr.....
Waar moeten we op scherptellen...
De foto van Heline's dochter is mooi te zien wat er verkeerd ging: het scherptepunt lag te ver naar voren, waardoor de beugel in de mond de aandacht ging trekken - erger nog: opeiste. Heel jammer, want verder was er weinig op de foto aan te merken.
En ook nu weer de confrontatie met jou zelf: Als jij iemand tegemoet gaat, waar klijk jij dan het eerste naar?
Hoe weet jij, of iemand links of rechts gaat passeren of recht op je afkomt?
Door oogkontakt... met je ogen tast je de bedoeling van de tegenenligger af...
Daarom moet in een portretfoto de ogen scherp zijn.
En nu kun je in een fotografische conflictsituatie terecht komen:
Om het model te isoleren heb je een grote diafragma-opening nodig.
Om beide ogen scherp in beeld te krijgen, moet bij een zijdelingse benadering van je model,
je diafragma gaan knijpen !!!
En misschien wel verder dan 5,6 of 6,3.
Daar gaat je bokeh....
Daar liep Jeroen gistermiddag dus tegen aan....
En als je nu dacht, dat dit het was..... :evil: :evil:
Nee dus.
Ik heb al vaker gezegd, geen liefhebber van zoomlenzen te zijn.
Dat is mijn keuzeEn daar mag iedereen mee doen wat ie wil.
Ik heb ook al eens geschreven, dat een zoom-objectief met een bereik van 19 t/m35 mm, zoals ik dat heb, en alleen ingesteld op de hele mm's, 17 verschillende brandpuntsafstanden kent met ca 12 diafragmaopeningen.
Dat zijn 204 verschillende instellingen van één objectief, die invloed hebben op de kwaliteit van jouw portret.
Sterkte.
Op de K10D => APS-C, gebruik ik tot nu toe alleen de 50 mm, de 55 mm en de 85 mm voor portretten.
Binnenkort gaat ook de 58 mm in gebruik
en zit er nog een gat tussen de 65 mm en 77 mm.
Wetende, dat de qua schertpe ideale diafragma-opening op f/8 ligt én wetende, dat de grootste opening varieert van 1,4 tot 3,5, én uitgaande van 7 objectieven, hoef ik slechts 7 x 12 instellingen te kennen (uitgaande van f/1,4, terwijl maar één objectief dat heeft !) om te weten, met welk objectief ik welk effect bereik.
Ik hoop, dat het niet iedereen is gaan duizelen. Al hoewel ik me dat wel kan voorstellen.
Lees en herlees het en vraag, vraag vraag....
Ook over de objectieven, want als je weet waar je naar moet zoeken en uitkijken, kom je op Marktplaats ongelooflijk mooi spul tegen voor weinig geld.
En kijk vooral bij TKA en Tips voor (fotografie gerelateerde) aanbiedingen...
Groeten,
Ruurd